woensdag 16 mei 2018

Operatie Siggy, Eszie's Way - 4


Operatie Siggy, Eszie's Way
Hoofdstuk 4



Suske en Wiske liepen net de hoek om van het gebouw, wanneer Wiske stil hield. Barabas had gelijk gehad. Antonio kwam het gebouw uitgelopen, samen met Sidonia.

Langzaam liepen ze naar de richting van het koppel. Om niet op te vallen, gingen Suske en Wiske op het bankje zitten wat naast de ingang van het gebouw stond.

Het was al snel duidelijk dat Antonio en Sidonia alleen maar oog hadden voor elkaar.

“Ik zie je over een maand weer, mia cara. Probeer me niet te vergeten tijdens je tournee, mijn hart zou breken als ik je met iemand anders zou zien.”

Sidonia grinnikte even. “Jou zomaar inruilen voor een ander? Hij zou dan wel minstens tien keer knapper moeten zijn en vijf keer slimmer wil ik jou vergeten. Probeer mij dan maar niet te vergeten. Er zijn genoeg knappere blondines in Amerika.”

Antonio schudde zijn hoofd. “Geloof me, Sidonie. Die Amerikaanse blondines halen het niet bij jou. Ik heb ze gezien en ik heb met ze gepraat. Jij bent zoveel meer dan een prachtig plaatje. Ik zal jouw humor en onze diepgaande gesprekken gaan missen de komende maand.”

 Een laatste kus volgde en terwijl Sidonia weer het gebouw in liep, ging Antonio weg. Met Suske en Wiske op zijn hielen.

Wiske kon het eigenlijk niet geloven. Op de manier waarop haar tante over Antonio sprak, had ze bijna het idee gekregen dat Antonio in eerste instantie nooit met haar wilde trouwen. Maar Antonio leek zo lief voor haar te zijn. Waarom is hij er dan toch vandoor gegaan? En waarom was tante nu gekidnapt?

“Ik snap er niets van.” fluisterde ze tegen Suske. “Wat heeft hij dan in hemelsnaam gedaan?”

“Iets om de kidnappers kwaad te maken, blijkbaar. Vergeet niet dat die ring ineens verdween.” Suske keek Wiske aan. “Het was zelfs onbekend wie de vorige eigenaar was. In ieder geval kon Barabas de vorige eigenaar niet vinden.”

Na een flinke wandeling, kwamen ze aan bij een Italiaanse restaurant. Hoewel in het eerste opzicht op een normale restaurant, totdat je even goed keek. Naast de ingang stonden twee brede mannen in pakken die zonnebrillen droegen.

“Dit betekent niets goeds.” zei Suske terwijl ze stil stonden. “Een normaal restaurant zou geen beveiliging hebben.”

Wiske zuchtte. Wat het ook met die ring was, het was in dat restaurant. Ze keek om zich heen. Hoe dan ook, ze moesten naar binnen. En een restaurant had hoe dan ook een achteringang.

Nog voor Suske iets kon zeggen, pakte Wiske zijn arm en rende naar de achterkant van het gebouw. Ze had gelijk, er was een achteringang en deze was niet bewaakt. “Je zou toch denken dat ze dit soort dingen beter zouden bewaken.” grinnikte ze.

Voorzichtig liepen ze naar binnen. Als Antonio daar moest zijn, dan was het niet om er iets te eten. In de keuken was geen kok te vinden, maar er kwamen wel stemmen uit de zaal.

Op hun tenen liepen Suske en Wiske richting de zaal. Suske opende voorzichtig de klapdeur die naar de zaal leidde, om zo een goede inzicht te krijgen van de situatie daar.

“We kunnen ons verstoppen achter de kratten wijn daar.” fluisterde Suske en hij wees naar de kratten die naast de klapdeuren stonden.

Wiske knikte en zo snel en stil als ze konden, snelden ze naar de kratten. Vanaf die plek hadden ze goed zicht over een grote tafel die in het midden van het restaurant stond. Aan het hoofd zat een oudere man. Grijs haar, een maatpak van Italiaanse makelij en een serieuze gezicht, alsof de man nooit lachte.

Om de tafel heen zaten verschillende mannen. Allemaal in pak met een fedora. En allemaal leken ze niet te kunnen lachen.

“Ik heb het gevoel alsof ik in een maffia film zit.” fluisterde Wiske. Antonio kon niet verwikkeld zijn in de maffiapraktijken, daarvoor was hij te goed.

Tegenover de oude man stond Antonio, vastberaden wat hij zou vertellen.

“Dus jij wilt ‘la famiglia’ de rug toekeren?” vroeg een van de mannen aan de tafel.

Antonio knikte. “Ik heb een andere toekomst gezien, een waarbij ik me geen zorgen hoef te maken over de arm der wet en andere families. Ik wil een zorgeloze leven leiden, zonder iedere keer over mijn schouder te hoeven kijken. Ik wil mijn eigen familie beginnen en het verleden achter mij laten.”

Een oudere man, die aan de rechterhand van het hoofd zat, schudde zijn hoofd. “Je zou beter moeten weten, Antonio. Jij bent de oudste van jouw generatie. Je kan niet zomaar je ‘famiglia’ achter je laten. Vergeet niet wie je bent.”

De mannen aan de tafel knikten bevestigend. “Je leven is bij ‘la famiglia’, vergeet dat niet.” zei een van de mannen.

Al snel praatten ze door elkaar, allen zeiden ze hetzelfde; je zult nooit aan ‘la famiglia’ ontsnappen.

Ineens stond de oude man op en alle mannen vielen stil. “Ik ben diep teleurgesteld in jou, Antonio DePalma.” zei de man in een diepe, Italiaanse, oude stem. “Dit zou ooit jouw plek aan deze tafel worden, maar met deze uitspraken heb je die kans zeker verspeeld. Maar weet ook dat la famiglia jou ook niet zomaar laat gaan. We kunnen ons niet permitteren dat er iemand ineens losse lippen krijgt bij de politie.”

Antonio wilde iets zeggen, maar werd meteen al onderbroken door de rechterhand van de oude man. “Je kunt ons wel beloven dat je niets zal vertellen, maar je weet dat we dit nooit geloven.”

“Het enige wat we kunnen doen, is dat je een nieuw leven gaat leiden. Je breekt alle banden met deze familie en met je vrienden.” begon de oude man, maar kon niet verder. De andere mannen aan tafel protesteerden. Antonio zou deze straf niet verdienen en er moest harder worden opgetreden tegen dit soort praktijken.

“Silenzio!”

De mannen vielen allen weer stil.

“Antonio is een goede familielid geweest. Hij heeft vele dingen voor ons gedaan. Hoewel ik het niet eens ben met zijn beslissing om la famiglia te verlaten, wil ik hem deze kans geven. Maar dat betekent dat we nooit meer iets van je willen horen. Ook kan je ons nooit meer om hulp vragen of beroep doen op la famiglia. We zullen je ook geen bescherming geven tegen vijandige families.”

Antonio knikte. “Dat weet ik, dat begrijp ik en ik respecteer deze beslissing. Ik dank u, Fondatore.”

De mannen verlieten één voor één de zaal en al snel was Antonio alleen. Hij was het immers al gewend om als laatste achter te blijven. Vaak was hij degene die alles moest opruimen en er voor moest zorgen dat de laatste sporen verdwenen.

Nu had hij echter een andere plan. Hij liep naar een kamer aan de uiterste zijde van het restaurant en ging er naar binnen.

Suske en Wiske keken elkaar aan. Antonio zat dus wel bij de maffia, maar had blijkbaar zijn familie de rug toegekeerd.

“Zou hij dit alles hebben gedaan om bij tante te kunnen zijn?” vroeg Wiske verbaasd. Als Antonio zelfs zo ver ging om zijn familie nooit meer te kunnen zien, waarom liet hij Sidonia dan staan bij het altaar?  

Suske stond op van zijn plek. “Daar ziet het er wel naar uit. Maar wat zou dit met de ring te maken hebben?”

Ineens kwam Antonio weer de kamer uit. In zijn hand had hij een juwelendoosje. Op het moment dat hij het doosje open wilde maken, zag hij Suske en Wiske. “Hoe komen jullie hier binnen?”

“Dat ligt er aan, is dat een ring?” vroeg Wiske ineens.

Antonio knikte en pakte iets uit de binnenzak van zijn jas. “Wie wil dat weten?”

Nog voor Suske en Wiske konden antwoorden, klonk er een flits. Ze wisten genoeg…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten